29-10-2016

Grafische partituur: Halloween

De eerste van de drie opdrachten voor muziek: een grafische partituur voor de bovenbouw.
Een grafische partituur kun je op heel veel verschillende manieren maken. Je kunt hem maken door de melodie met realistische beelden vorm te geven, maar je kunt het ook heel abstract houden.
Voor deze eerste partituur (er volgt er nog een) heb ik ervoor gekozen realistische plaatjes en teksten te gebruiken. Het thema is Halloween, een beetje geïnspireerd op de spookhuisopdracht die we in de les hebben gedaan. 



Vorm

Ik heb geprobeerd in de partituur veel contrast te stoppen. Zo heb ik onderscheid gemaakt tussen geluiden die met je stem, lichaam en instrument/voorwerp maakt en heb die zoveel mogelijk om en om gebruikt. 
Het begint met steeds harder wordende voetstappen (lichaam), dan een krakende deur (voorwerp), steeds zachter gillen (stem), trap lopen omhoog (instrument), geesten toon hooglaaghoog (stem), in ritme tegen elkaar slaande botten (instrument), trap lopen omlaag (instrument), krakende deur (voorwerp), steeds lager en zachter wolvengehuil (stem), wind eerst zacht, dan hevig en vervolgens weer zachter (instrument/stem) en tot slot een donderslag.

Betekenis

Dit stuk gaat over Halloween, dus vanzelfsprekend moet het je een beangstigend, dreigend gevoel geven. In deze partituur beeld je verschillende geluiden uit de natuur uit, zoals het wolvengehuil, de wind en de donderslag. Ook zitten er gebeurtenissen in. De krakende deur en het traplopen zijn daar voorbeelden van. De hele partituur samen kun je zien als een spookverhaal: je loopt naar een deur die doe je open en je schrikt. De trap op naar boven waar geesten rondzweven en skeletten dansen. Dan weer naar beneden en door de deur terug naar buiten. Daar hoor je wolven huilen en de wind waaien en met de donderslag houdt het op.

Klank

Het begint al met de voetstappen, deze gaan steeds harder. Zo wordt er dus gespeeld met de klanksterkte. Dit is ook het geval bij het gillen, het wolvengehuil en de wind.
Ook verschil in klankhoogte heb ik verwerkt. De 2 trappen, de geesten, de botten en het wolvengehuil moeten gedaan worden met toonhoogteverschillen.
Articulatie is te vinden bij de trappen en de botten. Deze moeten staccato gespeeld worden, dus korte noten met rust tussen de noten om het effect van traplopen en tegen elkaar tikkende botten te versterken.

Les

Als ik mijn partituur aan een bovenbouwklas moest leren zou ik ze eerst deze partituur laten uitvoeren. Ik zet iemand bij de deur, geef een aantal de instrumenten die nodig zijn en leg ze uit wat ze waar moeten doen en waarom het getekend is zoals het getekend is, zodat ze de notatie begrijpen.
Als ze mijn partituur goed kunnen volgen laat ik ze hun eigen partituur maken in groepjes van 4. Ieder groepje mag dan een stuk of 4 geluiden bedenken die we later achter elkaar zetten. Zo kunnen we met de klas een zelfbedachte partituur uitvoeren.

Feedback

Ik heb wat feedback gevraagd en daar kwam uit dat ze het een leuke partituur vonden en dat ik het thema ook goed gekozen had. Als verbeterpuntje hadden ze dat ik er wel wat herhaling in had mogen doen, maar dat hij zo ook al goed was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten