31-10-2016

Zingen: 7 heksen...

De 2e muziekopdracht was een liedje zingen. Maar niet zomaar een liedje zingen. Het moest een liedje zijn voor de bovenbouw. Gelukkig is 7 heksen... voor de bovenbouw nog uitdagend genoeg. Dit liedje kende ik al van Sesamstraat. Zij hebben hun eigen versie ervan gemaakt met een grappige animatie. Ik heb zelf ook leuke herinneringen aan dit lied. Op mijn oude basisschool hadden we elke week weekafsluiting. De hele school en ouders en opa's/oma's mochten komen kijken. We hebben dit lied toen met de klas opgevoerd en ik was 1 van de gelukkigen die solo een ingrediënt mocht opnoemen. En nu, zo'n 10 jaar later, mag ik het hele lied solo zingen.

Mijn versie heeft volgens mij meer weg van die van Sesamstraat dan degene die in Eigenwijs staat. Helaas kon ik er geen bladmuziek of karaoke versie van vinden. Mijn versie begint met een B.
De link naar de Sesamstraat uitvoering: https://www.youtube.com/watch?v=07Bdn95AKTg




Inleiding 

We zetten alle tafels en stoelen aan de kant en een stuk of vier tafels in het midden, dit is de soepketel. In het lied dansen de heksen om de ketel, dit is wat de kinderen ook gaan doen. Ze moeten zich voorstellen dat ze heksen zijn en dat de tafels hun heksenketel is. Ik zet het lied op terwijl ze dit doen, zo horen ze het lied al een paar keer.

kern

Nu begint het aanleren. Ze hebben het lied al gehoord, dus vraag ik ze mee te tellen met hoeveel heksen er nog zijn op het begin van het liedje. Ook de zin:'ze dansen om de ketel' mogen ze al meezingen. Deze zing ik eerst voor zodat ze de goede melodie in hun hoofd hebben. 'Floep' een stukje verder wordt ook meegezongen en tot slot ook de ingrediënten van de soep. Ik zet ze allemaal op volgorde op het bord zodat de kinderen ze kunnen oplezen. De rest van het lied zing ik zelf.
Als dit soepel gaat komen er wat zinnen bij. In plaats van alleen tellen mogen ze '7 heksen bij elkaar' zingen. Ik zing dan: 'maken een heel vreemd soepje klaar'. Vervolgens zingen de kinderen: 'ze dansen om de ketel' en ik weer: 'maar wat een pech', de kinderen: 'eentje neemt een slok', samen: 'Floep' en ik: 'nou is ze weg!'. 'Spinnenkop met spruitjes, knekel met kandij!' schrijf ik in z'n geheel op het bord. Deze woorden worden namelijk snel achter elkaar uitgesproken en zo zien ze duidelijk wat ze moeten zingen. Het einde zing ik en de ingrediënten doen de kinderen. 
Waarschijnlijk zijn er snel genoeg kinderen die het hele lied mee kunnen zingen aangezien het 6 keer herhaald wordt. Alleen het laatste gedeelte, als er nog 1 heks over is, is anders. Deze gaan we nu apart oefenen. Ik teken plaatjes op het bord die symbool staan voor de zinnen/zinsdelen:

1 heksje lacht gemeen > lachend heksenhoofd
die soep is nu voor mij alleen > heksje bij soepketel
ze danst om de ketel > ketel met muzieknoten
maar lacht te vlug > lachende heks met horloge/klok
want daar zijn opeens, floep, de heksen t'rug! > 7 heksen hoofden
spinnenkop met spruitjes knekel met kandij > stond al op het bord
wat een goeie soep, daar hoeft niets meer bij > ketel met duim

Op deze manier is goed te onthouden wat er gezongen moet worden zonder de kinderen de tekst te geven. Zo leren ze het beter uit hun hoofd.

Nu het liedje in z'n geheel. Ik laat alles wat al op het bord stond er staan, dan kan ik het aanwijzen als we bij een bepaald gedeelte zijn. De eerste 2 keer zing ik nog mee. Daarna mogen ze het zelf proberen. Ik help ze nog wel door aan te wijzen waar ze zijn op het bord. Als dit goed gaat wijs ik niks meer aan en later haal ik alles behalve de ingrediënten van het bord af. Dan zingen ze het lied zelfstandig.

Afsluiting

Nu kunnen ze het lied zingen zonder hulpmiddelen. Als afsluiting doen we het lied nog 1 keer, maar dan moeten ze tijdens het lied weer rond hun ketel dansen als heksen. Omdat ze nu moeten dansen en zingen tegelijk is goed te testen of ze het lied beheersen. Ook kun je 6 van de kinderen 1 van de ingrediënten solo laten zeggen. Zo wordt het al echt een voorstelling.
Als allerlaatst moeten de tafels en stoelen weer op hun plek gezet worden en bespreken we daarna kort welke stukken ze moeilijk vonden en welke makkelijk.

29-10-2016

Grafische partituur: Halloween

De eerste van de drie opdrachten voor muziek: een grafische partituur voor de bovenbouw.
Een grafische partituur kun je op heel veel verschillende manieren maken. Je kunt hem maken door de melodie met realistische beelden vorm te geven, maar je kunt het ook heel abstract houden.
Voor deze eerste partituur (er volgt er nog een) heb ik ervoor gekozen realistische plaatjes en teksten te gebruiken. Het thema is Halloween, een beetje geïnspireerd op de spookhuisopdracht die we in de les hebben gedaan. 



Vorm

Ik heb geprobeerd in de partituur veel contrast te stoppen. Zo heb ik onderscheid gemaakt tussen geluiden die met je stem, lichaam en instrument/voorwerp maakt en heb die zoveel mogelijk om en om gebruikt. 
Het begint met steeds harder wordende voetstappen (lichaam), dan een krakende deur (voorwerp), steeds zachter gillen (stem), trap lopen omhoog (instrument), geesten toon hooglaaghoog (stem), in ritme tegen elkaar slaande botten (instrument), trap lopen omlaag (instrument), krakende deur (voorwerp), steeds lager en zachter wolvengehuil (stem), wind eerst zacht, dan hevig en vervolgens weer zachter (instrument/stem) en tot slot een donderslag.

Betekenis

Dit stuk gaat over Halloween, dus vanzelfsprekend moet het je een beangstigend, dreigend gevoel geven. In deze partituur beeld je verschillende geluiden uit de natuur uit, zoals het wolvengehuil, de wind en de donderslag. Ook zitten er gebeurtenissen in. De krakende deur en het traplopen zijn daar voorbeelden van. De hele partituur samen kun je zien als een spookverhaal: je loopt naar een deur die doe je open en je schrikt. De trap op naar boven waar geesten rondzweven en skeletten dansen. Dan weer naar beneden en door de deur terug naar buiten. Daar hoor je wolven huilen en de wind waaien en met de donderslag houdt het op.

Klank

Het begint al met de voetstappen, deze gaan steeds harder. Zo wordt er dus gespeeld met de klanksterkte. Dit is ook het geval bij het gillen, het wolvengehuil en de wind.
Ook verschil in klankhoogte heb ik verwerkt. De 2 trappen, de geesten, de botten en het wolvengehuil moeten gedaan worden met toonhoogteverschillen.
Articulatie is te vinden bij de trappen en de botten. Deze moeten staccato gespeeld worden, dus korte noten met rust tussen de noten om het effect van traplopen en tegen elkaar tikkende botten te versterken.

Les

Als ik mijn partituur aan een bovenbouwklas moest leren zou ik ze eerst deze partituur laten uitvoeren. Ik zet iemand bij de deur, geef een aantal de instrumenten die nodig zijn en leg ze uit wat ze waar moeten doen en waarom het getekend is zoals het getekend is, zodat ze de notatie begrijpen.
Als ze mijn partituur goed kunnen volgen laat ik ze hun eigen partituur maken in groepjes van 4. Ieder groepje mag dan een stuk of 4 geluiden bedenken die we later achter elkaar zetten. Zo kunnen we met de klas een zelfbedachte partituur uitvoeren.

Feedback

Ik heb wat feedback gevraagd en daar kwam uit dat ze het een leuke partituur vonden en dat ik het thema ook goed gekozen had. Als verbeterpuntje hadden ze dat ik er wel wat herhaling in had mogen doen, maar dat hij zo ook al goed was.

25-10-2016

Beeldend: Loch Ness

Jaja Nessie is af. Het heeft bloed, zweet en een beïnkte tas gekost, maar dan heb je ook wat!

de opdracht:
Maak een ansichtkaart met daarop het monster van Loch Ness. De afbeelding moet schrikaanjagend zijn. Gebruik Oost-Indische inkt en ecoline.




Betekenis

Bij Loch Ness denk ik aan een soort dinosaurus, een heel oud beest in ieder geval. Hij moet ook eng zijn dus veel tanden en andere scherpe uitsteeksels zijn een must. Hij moet een akelige uitstraling krijgen, de huid en gezichtsuitdrukking moeten dus absoluut niet aaibaar overkomen. Het monster leeft in een meer in Schotland. Ik denk dan meteen aan een bergachtige achtergrond en bewolkt weer. Omdat het in een meer leeft moet het zich goed in water kunnen voortbewegen, vinnen, vliezen of tentakels zijn dus nodig.

Vorm

Ik heb ervoor gekozen het monster zwart-wit te houden en op de achtergrond kleur aan te brengen. Het meer bestaat uit blauwe, groene en zwarte ecoline. Het groen heb ik er goed in terug laten komen zodat er een contrast ontstaat tussen het groen/blauwe van het meer en de rode gloed achter de bergen. Het rood achter de bergen is, net als het blauw van de wolken, ongemengd zodat de kleuren er echt uit springen. De rode gloed staat voor al het bloed dat het monster vergoten heeft en zijn razernij. Het heldere blauw van de wolken staat voor het koelbloedige van het monster. 
De lichtval komt van rechtsboven. Dit is te zien aan de enigenschaduw die ik heb aangebracht.

De contouren van het monster heb ik niet getekend. Die zijn ontstaan door het patroon van de huid. Dit maakt het monster "echter". Door op de plekken waar schaduw valt de kleine onregelmatige vormen waar de huid uit bestaat nog kleiner en dichter op elkaar te maken creëer je donkere en lichte gedeeltes.
Door de huid te maken van die onregelmatige vormen krijgt het een soort krokodilleneffect. Dit staat in contrast met alle klauwen en de vliezen op de handpalmen. Deze heb ik met rechte lijnen gemaakt om het gladde en scherpe weer te geven.  

Materie

- schetsblok, potlood, gum
- verdikt A5 papier, Oost-Indische inkt, kroontjespen
- Ecoline, water, kwasten

Ik vond het super leuk om weer eens met Oost-Indische inkt en een kroontjespen te werken. Dit had ik al sinds begin middelbare school niet meer gedaan. Ecoline is nog langer geleden. Gaaf om er weer mee te kunnen werken.

Beschouwing

Ik heb me laten inspireren door meerdere plaatjes. Op Loch Ness zoeken leidt alleen naar het "typische" monster met de lange nek. Ik wilde iets origineels dus ben ik gaan zoeken op "water monster". Dit leek er al meer op. Ik vond een plaatje met een kop die me wel aansprak, een ander plaatje met kleurverloop van rood naar blauw wat ik gaaf vond, eentje met een monster met tentakels en een plaatje van een monster die een klauw uitsteekt richting de kijker die ik graag wilde gebruiken.

Werkwijze

Eerst de schets maken. Schetsen is een van mijn hobby's, hier had ik dus ook geen problemen mee.
Het werken met inkt en een kroontjespen was wel even wennen, maar ging ook al snel zoals ik het wilde. Niet te hard op de pen drukken, niet te veel inkt op de pen en nauwkeurig werken want gummen kan niet. Helaas een klein vlekje in de berg, verder geen moeilijkheden.
Ecoline was eerst uitproberen op een kladpapiertje. Het doet me erg denken aan waterverf en zo heb ik het ook een beetje gebruikt. Het rood achter de bergen was (en is nog steeds een beetje) erg roze. Ik heb toen gewacht tot het opgedroogd was en ben er nog een keer overheen gegaan. Dit heeft het gelukkig wat roder gemaakt.

Onderzoek

Van tevoren had ik al de plaatjes die ik in de beschouwing heb benoemd bekeken. Ik had voor de les dus al een beeld in mijn hoofd van hoe ik mijn monster vorm wilde geven. 
Ik ben begonnen met een schets maken van alle interessante aspecten van de verschillende plaatjes.


Mijn associaties bij Loch Ness zie je ook terug: De vele tanden en klauwen en vliezen en tentakels.

De klauw die naar het publiek grijpt, de vorm van het hoofd en de bek en de tentakels zijn geïnspireerd op plaatjes van het internet. Door deze te combineren is er een origineel monster uit gekomen.













Vervolgens ben ik begonnen aan de huid. Deze heb ik eerst uitgeprobeerd op een kladblaadje. Toen bleek al dat dit me veel meer tijd dan anderhalf uur ging kosten. Toch heb ik het doorgezet omdat het een ontzettend gaaf effect gaf.

De stekels en tanden moesten scherp en recht zijn.

Ook moest ik al meteen gaan arceren, anders waren de vormen niet meer duidelijk. Dit heb ik gedaan door eerst de onregelmatige vormen van de huid te maken en deze rond de lijnen die duidelijk zichtbaar moeten zijn te volgen. Zo behoud je het natuurlijke, realistische effect.









Het arceren vond ik niet genoeg. Daarom heb ik eigenschaduw aangebracht. Dit laat op een nog natuurlijkere wijze dan arceren de vormen van het monster zien.
















Toen ik helemaal klaar was met het monster ben ik begonnen aan de achtergrond. Hiervoor heb ik ook mijn associaties gebruikt, zo heb ik voor de bergen op de achtergrond gekozen.

Het meer en de bergen heb ik simpel gehouden zodat ze niet afleiden van het monster.












En als allerlaatste de ecoline.
Het meer heb ik gedaan door het oppervlak eerst nat te maken en vervolgens de kleur daarop te druppelen. Dat heb ik daarna nog uitgeveegd.

Het uitlopende rood achter de bergen heb ik gedaan door steeds meer water te gebruiken.

Bij de wolken heb ik de kwast heel droog gehouden waardoor dit effect is ontstaan.

De bergen heb ik wit gelaten. Ze steken mooi af tegen het rood het blauw/groen en het zwarte van het monster.





Eindoordeel

Ik ben erg tevreden met mijn eindresultaat. Het moest een eng monster worden en die opdracht is zeker geslaagd. Door de scherpe tanden, klauwen en stekels, de krokodillenhuid, de diep liggende, boos kijkende ogen en de klauw die je grijpt heeft dit monster een zeer schrikaanjagend uiterlijk.

Helaas zal het eeuwig zonde zijn dat er een vlekje in de berg zit. Gelukkig valt het nou ook weer niet zo erg op. Als ik hem opnieuw zou moeten maken zou ik ook in het meer meer schaduw aanbrengen voor een nog realistischer tafereel. 

05-10-2016

Nessie en de dag van de leerkracht

Vandaag op stage (jaja stage is begonnen, feest!) werden er voor alle leerkrachten kleine appeltaartjes rondgebracht. Daarop hadden ze een vlaggetje geknutseld:


Zonder dit vlaggetje had ik niet geweten dat het de dag is waarop mijn toekomstige beroep in het zonnetje staat, want dat is wat ik word: Leerkracht primair onderwijs. Of eigenlijk ben ik het al een klein beetje aangezien ik deze week dus ben begonnen met stage lopen. 

Een klas van ongeveer 24 leerlingen met een meester. Ze hebben nog een beetje moeite met mijn naam uitspreken maar dat komt vanzelf wel goed. Lessen heb ik nog niet gegeven, maar morgen is het echt zover. Drama wordt mijn eerste volledige les ooit. Toen de klassendiensten het programma voor morgen op het bord mochten schrijven en drama kwam werden ze al enthousiast. Toen ze ook nog te horen kregen dat ik het zou doen hadden ze er al helemaal zin in. Leuk om te zien! 
Wat ik heb gedaan en hoe het ging komt later misschien nog wel hierop te staan, maar daar kun je niet op rekenen, want het is drama. (ba-dum tssss)

Tot slot vond ik het ook veel te lang geleden dat een van mijn meesterwerken gepost was, dus bij deze: Nessie. Nog niet helemaal af, hij mist nog wat kleur, maar eng is hij zeker wel. Bloed, zweet en heel veel Oost-Indische inkt zitten in zijn krokodillenvachtje. De volledige opdracht en uitwerking hiervan komt nog. Daar kun je wel op rekenen, want het is verplicht.







Kusjes en tot zeer snel (ik loop een beetje achter met mijn opdrachten...)

Juf Meike